11 December 2021 Add expertise tag Add service tag Add country tag
Begeleiding internationale transacties en investeringen Internationaal Belastingadvies Afspraken belastingdienst Fiscale procedure BTW compliance en advies Fusies, reorganisaties & overnames BTW - Internationaal Transfer pricing Internationale arbeid

De hoogste instantie voor hoger beroep is steeds vaker de Europese rechter.  

Het Hof van Justitie is de hoogste rechterlijke instantie van de Europese Unie, met als belangrijkste doel het toezicht op de juiste toepassing van de Europese grondbeginselen. 

Het Hof van Justitie ziet toe op juiste uitleg van de Europese verdragen en toepassing van het gemeenschapsrecht, met name de Europese Richtlijnen en Verordeningen.

Het Hof kan betrokken worden in geschillen tussen lidstaten, instellingen van de EU, bedrijven en individuen waarbij EU-wetgeving aan de orde is. Het uitgangspunt is dat alle belanghebbenden in de EU zich direct of indirect tot het Hof van Justitie kunnen wenden als Europese regels worden overtreden en bijvoorbeeld wetgeving of beleid van een Lidstaat in strijdt is met het Europees gemeenschapsrecht.

Het oordeel van het Hof van Justitie kan het oordeel van nationale rechters overrulen.

Nationale rechters kunnen ook voordat zij zelf uitspraak doen, gerichte vragen stellen aan het Hof van Justitie over een bepaalde toepassing/ interpretatie van het Europese recht in een concreet geval indien dit door de nationale rechter van belang word geacht voor de voorgelegde zaak (prejudiciële vragen). Bij alle rechtsgeschillen in hoogste instantie waarna geen beroep meer mogelijk is (zoals in Nederland het geval is met procedures bij de Hoge Raad), is de rechter hiertoe zelfs verplicht indien Europese rechtsvragen onderdeel van het geding en daadwerkelijk in geschil zijn.    

De procedure van de prejudiciële vragen is gebaseerd op artikel 234 EG-Verdrag en artikel 35 van het EU-Verdrag. Alleen 'rechterlijke instanties' van de Lidstaten kunnen prejudiciële vragen stellen. De procedure van de prejudiciële vragen is bedoeld om nationale rechters te ondersteunen bij een uniforme toepassing van het gemeenschapsrecht. Nadat het Hof van Justitie de prejudiciële vragen heeft beantwoord, wordt de nationale rechter geacht uitspraak te doen met inachtneming van de door het Hof van Justitie gegeven uitleg van het Europees gemeenschapsrecht.

De nationale rechter behoeft zich niet tot het Hof van Justitie te wenden wanneer in het verleden al een duidelijk antwoord op de vraag is geformuleerd, of indien de vraag al is beantwoord door vaste rechtspraak van het Hof van Justitie in vergelijkbare gevallen (“acte éclairé”). Dit sluit echter niet uit dat de nationale rechter ook in die gevallen bevoegd blijft om de vraag aan het Hof van Justitie voor te leggen om bijvoorbeeld te toetsten of het Hof van Justitie zich nog steeds kan vinden in een eerder gegeven interpretatie van het Europees gemeenschapsrecht. 

De uitspraak van het Hof van Justitie is bindend en moet derhalve door de nationale rechters in de Lidstaten gevolgd worden.

Een uitspraak van het Hof van Justitie kan ook terugwerkende kracht hebben en de door het Hof gegeven interpretatie van een bepaling van Europees recht geldt in beginsel altijd vanaf de datum van inwerkingtreding van die bepaling.